Dit is toch wel een van de eigenaardigste gebouwtjes van Leiden. Een verdieping slechts, met kolossale pilasters, maar dan weer nauwelijks ramen. De vreemde architectuur wordt begrijpelijk als je weet wat hier ooit zat. Het pandje is het restant, de onderste verdieping, van de Petruskerk.
De Petruskerk was het tweelingbroertje van de bekendere Coelikerk of Hartebrugkerk aan de Haarlemmerstraat. Zelfde bouwjaar (1835), zelfde bouwstijl, zelfde architect (Th. Molkenboer). Beide zijn Waterstaatkerken, het type dat in de eerste jaren van het Koninkrijk der Nederlanden werd gebouwd door het ministerie van Waterstaat. Dat was om de katholieken van kerken te voorzien, als compensatie voor de kerken die ze in de reformatie waren kwijtgeraakt.
Zoals de Coelikerk vernoemd is naar het laatste woord van de spreuk op het fries (Hic domus dei est et porta coeli, oftewel ‘Dit is het huis van Heer en de poort van de hemel’), zo werd deze kerk ook wel de Metuitekerk genoemd, vanwege naar een andere spreuk op de voorgevel: Sanctuarium meum metuite (‘Hebt eerbied voor mijn heiligdom’).
Waar de Coelikerk nog steeds prominent in het Leidse stadsbeeld staat, brandde deze kerk af in 1933, waarop de parochie verhuisde naar de Lammenschansweg. De restanten van de oude kerk werden opgeruimd.
Op de onderste verdieping na dus! Daar kwam een brandweerkazerne. Die trok ook weer weg, waarna het pand jaren leeg stond. DuWo (vroeger SLS Wonen) gaat er nu studentenhuizen in maken. Het restant van de Petruskerk blijft staan. Er komt alleen een verdieping bovenop.
Grotere kaart weergeven